Glas
Omschrijving
Met de term glas wordt meestal massief glas bedoeld, gemiddeld vier tot zes millimeter dik. Dit is in de meeste gevallen helder glas, dat licht voor meer dan 90% doorlaat. Iedereen kent glas wel in de vorm van ramen ter bescherming voor weer en wind, maar ook in talloze kleinere gebruiksvoorwerpen als glazen, flessen en vazen. Er is doorheen te kijken zonder vervorming waar te nemen. Hoewel het materiaal zelf erg hard is, zijn voorwerpen gemaakt uit glas over het algemeen erg breekbaar. Plat glas met een groot oppervlak bestaat meestal uit floatglas.
Productie
De meest bekende vorm van glas is een mengsel van silicaten (een grote groep mineralen, waaronder kwarts dat meestal gewonnen wordt uit zand). Dit mengsel wordt verhit in een oven op ongeveer 1500 graden Celsius. Daarna wordt het mengsel, afhankelijk van het eindproduct, in stukken gehakt en in verschillende mallen gebracht. Wanneer de vloeistof vervolgens voldoende snel wordt afgekoeld, krijgt het materiaal niet de gelegenheid om kristallen te vormen. Door deze snelle, gecontroleerde afkoeling van het silicaatmengsel ontstaat een heldere, vaste stof zonder kristallen.
Afhankelijk van de precieze samenstelling van het silicaatmengsel heeft glas verschillende eigenschappen, bijvoorbeeld een ander smeltpunt of een andere brekingsindex. Omdat bij verwarming een glazen voorwerp door uitzetting kan springen, maakt men glas vaak met een speciale samenstelling (Pyrex®), waar dit soort problemen minimaal zijn.
Eigenschappen
- Transparant
- Verkrijgbaar in veel varianten (kleur, vorm, dikte)
- Hygiënisch en onderhoudsarm
- Niet-poreus en absorbeert dus geen geur of smaak
- Gevoelig voor krassen en oppervlaktebeschadiging
- Geeft ruimtelijk effect aan een ruimte
- Gemakkelijk te vormen
- Uiterst hard materiaal
- Zuurbestendig
- Breekbaar (in dunne uitvoeringen)
- Zet meestal uit bij verhitting