Graniet
Graniet heeft in beginsel een kristalachtige structuur methier en daar een groter kristal. Er bestaat een grote variatie aan structuren, kleuren en hardheid. Doordat de structuur willekeurig en natuurlijk ontstaat, is elke plaat graniet uniek. Soms komen in één gebied of zelfs één groeve al meerdere soorten voor. De afwezigheid van kalk in deze steensoort maakt graniet tot een zuurbestendige steensoort.
Graniet is eigenlijk een verzamelnaam voor een groep natuursteensoorten die uit zeer hard stollingsgesteente bestaan. Specifiek is graniet een dieptegesteente, ontstaan doordat magma diep in de aarde langzaam is gestold. Er kan grofweg een verdeling gemaakt worden in drie soorten graniet, waarbij de overeenkomst is dat alle soorten kwarts, glimmer en veldspaat als hoofdbestanddelen hebben. De onderlinge verhouding van deze mineralen verschilt, maar doorgaans in kwarts de dominante component. Door de aanwezigheid van kwarts is graniet een hard en krasvast materiaal.
De driedeling bestaat uit:
- Graniet
- Andersoortig graniet, zoals gabbro
- Gneis
Graniet[bewerken | brontekst bewerken]
Dit wordt ook wel 'zuiver' graniet genoemd. Het aanwezige veldspaat zorgt voor de kleur en bepaalt samen met het zwarte mineraal biotiet het uiterlijk van graniet. Het oppervlak heeft een regelmatige structuur met een kenmerkende korrel ofwel spikkeleffect. De grijze kwartskristallen zorgen voor een hoge glans die tevoorschijn komt door het materiaal te polijsten.
Andersoortig graniet, zoals gabbro[bewerken | brontekst bewerken]
Naast zuiver graniet zijn er andere soorten dieptegesteenten die lijken op graniet, maar veel minder kwarts bevatten of een andere (fijnere, grovere) structuur bevatten. Deze ‘bijzondere granieten’ krijgen bijvoorbeeld bij het polijsten minder glans, houden een opener oppervlaktestructuur, hebben een matter uiterlijk of zijn erg breekbaar.
Gneis[bewerken | brontekst bewerken]
Een derde groep granietachtigen is herkenbaar aan een onregelmatige structuur die ook wel vlamwerking wordt genoemd. Deze steensoorten ontstaan uit een metamorfose van granieten worden aangeduid met de naam ‘Gneis’. De structuur van deze granieten is onvoorspelbaar en verschilt zelfs sterk per granietplaat. Gneis is een relatief dure steensoort.
Productie[bewerken | brontekst bewerken]
Graniet wordt op veel verschillende plaatsen in de wereld gewonnen, onder andere in Brazilië, India, Zuid-Afrika, Italië, Ierland en Scandinavië. Met grote draadzagen of door gaten te boren en vervolgens te vullen met springstof maakt men gigantische blokken los, die vervolgens naar een zagerij worden getransporteerd. Hier worden uit de blokken platen van verschillende afmetingen gezaagd, afhankelijk van de uiteindelijke verwerking.
Door graniet te polijsten krijgt het een zeer gesloten oppervlak. De aanwezigheid van kwarts zorgt er tevens voor dat tijdens het polijsten een hoge glans ontstaat die niet snel mat wordt, al is dit wel afhankelijk van de specifieke granietsoort. De meeste soorten zijn echter na polijsten nog enigszins poreus. Graniet moet dan ook regelmatig behandeld worden met een speciale polish om het oppervlak gesloten en mooi glanzend te houden.
Eigenschappen[bewerken | brontekst bewerken]
- Duurzaam en slijtvast
- Hard en sterk
- Voelt koud aan
- Zeer kras- en stootvast
- Zeer hittebestendig
- Zuurbestendig
- In dunne uitvoering breekbaar
- Natuurlijke, unieke uitstraling
- In veel varianten en kleuren beschikbaar
- Beperkt in formaat door natuurlijke oorsprong
- Prijsklasse kan erg variëren door specifieke herkomst
Toepassingen[bewerken | brontekst bewerken]
Door de eigenschappen van graniet is dit gesteente geschikt als keukenwerkblad en valt daarmee onder de natuursteen werkbladen.