Zink
Zink is een scheikundig element met symbool Zn en atoomnummer 30. Het is een blauw/wit overgangsmetaal.
Ontdekking[bewerken | brontekst bewerken]
Zinklegeringen worden al eeuwenlang gebruikt. In Palestina en het vroegere Transsylvanië zijn objecten gevonden die tot 87% zink bevatten en dateren uit 1400 v.Chr. Rond het jaar 1000 was men in India al in staat zink te smelten en gedeeltelijk te zuiveren. Aan het einde van de 14e eeuw konden Hindoestanen zink onderscheiden van de toen al bekende andere metalen. In de Westerse Wereld wordt de ontdekking van zink veelal toegeschreven aan de Duitser Andreas Sigismund Marggraf, die het in het jaar 1746 isoleerde door het mineraal calamien te reduceren met houtskool. De herkomst van de naam 'zink' is onduidelijk.
De reden dat men in Europa pas in de 18e eeuw zink leerde maken, terwijl messing ("geel koper"), een legering van koper en zink, al vele eeuwen bekend was, is gelegen in de moeilijkheid bij het bereiden van dit metaal. Zink wordt namelijk al bij betrekkelijk lage temperatuur (907 graden Celsius) gasvormig. In de ovens waarin zinkerts met koolstof verhit wordt, heeft het metaal dus de neiging om in gasvormige toestand met de uitlaatgassen te ontsnappen. Als evenwel een mengsel van kopererts en zinkerts gebruikt werd, loste de zinkdamp meteen in het vloeibare koper op. Daarom bood het maken van messing geen probleem. In India en China was al omstreeks 1100 ontdekt dat het metaal gewonnen kon worden door een relatief koud voorwerp (bijvoorbeeld een aardewerken pot) in de gasvormig zink bevattende uitlaatgassen te steken. De zinkdamp slaat dan op dit voorwerp neer. Zink werd in India al in de 13e eeuw uit het mineraal calamien gewonnen door het met organisch materiaal, zoals wol, te reduceren.[1] Uit de 14e eeuw zijn zinken munten bekend, waarschijnlijk geslagen in het hindoe-koninkrijk Kangra in Himachal Pradesh.[2] Tussen 1600 en 1750 werd zink (in betrekkelijk kleine hoeveelheden) uit India en China naar het op dit punt technologisch achtergebleven Europa geëxporteerd.
Toepassingen[bewerken | brontekst bewerken]
In de industrie wordt zink veelal gebruikt in legeringen. Enkele belangrijke toepassingen zijn:
- Als legeringsmateriaal in messing, zilvernikkel, soldeertin.[1]
- In batterijen.[1]
- Als regenpijp, dakgoot en dakbedekking
- Als muntmetaal. De Amerikaanse cent bestaat uit zink met een dun koperlaagje. Zowel in België als in Nederland werd zink in oorlogstijd gebruikt als goedkoop muntmetaal.
- In de geneeskunde wordt zinkoxide gebruikt als werkzaam onderdeel van diverse zalven bij eczeem. Het heeft een indrogende, verkoelende en adstringerende (samentrekkende) werking. Zink wordt ook als voedingssupplement toegepast.